Bij het lezen van het evangelie uit Lucas 14,25-33 gingen mijn gedachten uit naar Wijk bij Duurstede en Cothen. In deze parochies liep ik stage.
In Wijk bij Duurste staat een toren. De bisschop toen van Utrecht die daar woonde wilde een hogere toren bouwen dan de Domtoren. Het bouwwerk is niet voltooid. Grootheidswaanzin.
De pastoor van Cothen zei daarover tegen mij: ‘Doe wat je kunt. Maar wat je niet kunt waarmaken, beloof dat niet. Begin daar maar niet aan.’
Hij noemde dat met de woorden: ‘Hang de mand niet te hoog voor jezelf, maar ook voor de mensen niet. Als je de mand te hoog hangt dan moet je op de tenen lopen om erbij te kunnen. Van op de tenen lopen… daar word je erg vermoeid van.’ Een mooie beeldspraak.
Jezus spreekt ook vaak beelden. Soms denk ik daarbij: ‘Hangt Jezus de mand niet te hoog voor mij, voor ons? Moet ik, moeten wij dan niet te veel op de tenen gaan lopen?’
Vele mensen trekken met Jezus mee. Hij spreekt ze aan over ‘het leerling zijn’ van Hem. Maar Hij spreekt ze aan, dat je los moet kunnen laten. Ja, Hij noemt het woord haten. Het kruis op je te nemen; Hem volgen. Met overleg te werk gaan en wat je niet kunt waarmaken, daar niet aan beginnen, zegt Jezus. Wel een hele opgave. Losmaken van bezit, zekerheid.
We zijn weer begonnen aan een nieuw werkjaar in onze parochies. De scholen zijn weer begonnen. Ik hoop dat wij het weer kunnen waarmaken. Dat wat wij vieren als pelgrims van hoop, in geloof ons een richting geeft in het leven. Dat wij zijn Leerling mogen en kunnen zijn in liefde en gerechtigheid. Dat in het soms loslaten stappen kunnen worden gezet van vooruitgang. Van bouwen aan toekomst in vertrouwen.
Willy Rekveld, parochievicaris
