Zondag 27 juli horen we in het evangelie (Lucas 11, 1-13) hoe een leerling Jezus vraagt hem te leren bidden, zoals Johannes het aan zíjn leerlingen geleerd heeft. En dan leert Jezus zijn leerlingen het ‘Onze Vader’ met de volgende woorden:
“Vader, uw Naam worde geheiligd,
uw Rijk kome.
Geef ons iedere dag ons dagelijks brood
en vergeef ons onze zonden,
want ook wij vergeven aan ieder die ons iets schuldig is.
En leid ons niet in bekoring.”
Het zal u wellicht meteen opvallen. Dit is niet zoals we het in de kerk leren. Het is wel zoals het in het evangelie volgens Lucas staat. Daarbij probeert Lucas altijd dicht bij de oorspronkelijke woorden van Jezus te blijven. Jezus noemt God ‘Vader’, want God staat dichtbij Hem. Zijn naam ‘Ik zal er zijn voor jou’ (Jaweh in het Hebreeuws) staat voor intimiteit, vertrouwdheid, vertrouwen. Die naam, God zelf, is heilig voor Hem.
Daar mag niemand aankomen! Het gebed straalt optimisme uit. Eens zal het er van komen. Dan zal de aarde omgevormd zijn naar wat God vanaf het begin voor ogen had: vrede overal en voor iedereen. Die droom koesteren we.
Het brood is niet alleen het brood dat de maag vult. Lucas zal het brood zeker gezien hebben als het brood van vriendschap en gemeenschap. Mogelijk ook toen al het brood van de eucharistie. Zonde is leven los van God. Dat gebeurt ons soms. Maar telkens mogen we voor God opnieuw beginnen, proberen. God is immers één en al vergeving. Maar als we dat van God vragen, moeten we het ook zelf in praktijk brengen.
De wereld is vol verleidingen. Je kunt eraan onderdoor gaan. Moge God ons daarvoor behoeden. Dat we overeind blijven. Zo bidt Jezus. En zo leert Hij het zijn leerlingen.
Altijd handig om bij de hand te hebben. Voor als je het even niet meer weet.
pastoraal werker Frank de Heus