Hoe vaak uitgesproken, argeloos soms, afgesloten.
Hij is niet hier, hoorde Maria Magdalena, vroeg bij het graf.
Zegt het mijn broeders, het verhaal is niet af.
Ga naar Galilea waar het begon, daar zul je Mij zien.
Maar ze konden het niet geloven, ze sloten zich af.
Ramen en deuren dicht, er was geen licht, maar duisternis.
Angstig en bang, teleurgesteld, verdrietig bijeen.
En dan komt Jezus binnen, Vrede zij u.
Zoals de Vader mij gezonden heeft zo zend ik U.
Ontvangt de heilige Geest, Hij zal u alles leren.
Vergeef elkaar en anderen, dat zal de wereld veranderen.
Verheugd en blij getuigen zij, Thomas was er niet bij.
Eerst wil ik het zien en voelen, dan pas zal ik het geloven.
Jezus ging naast Thomas staan. Kom maar hier en voel.
Kom maar naast Mij staan, geloof je het nu.
Vrede zij met jou en ik wens jou alle goeds, wees niet meer ongelovig.
Ik ga met jou, met jullie mee, heb daarin maar geloof.
De kortste geloofsbelijdenis volgde, “Mijn Heer en mijn God”.
Zalig zij die niet zien en toch geloven, sprak de Verrezen Heer.
Wij die het ook misschien niet zien, ook niet kunnen geloven.
Mogen samen delen dat Hij is Verrezen, ook ons zenden zal.
Dat wij ons niet afsluiten maar opengaan en op staan.
Zijn wegen gaan in geloof, hoop en liefde bovenal.
Dat ons Zijn Geest bezielen zal om het vol te houden.
Vertrouwen dat de Verrezen Heer met ons gaat.
Ga dan maar en maakt het waar.
Een gezegende Paastijd op weg naar Pinksteren.
Willy Rekveld, Parochievicaris
