In de evangelielezing van komende zondag (Joh. 10, 27-30) spreekt Jezus in beeldspraak tot zijn leerlingen: ‘… Ik ken mijn schapen … zij zullen in eeuwigheid niet verloren gaan en niemand zal ze van Mij wegroven...'
Jezus zegt hiermee dat Hij zijn volgelingen en allen die in Hem geloven kent en liefheeft. En dat Hij hen beschermt en bewaart, dat Hij ervoor zorgt dat niemand verloren loopt. Dit geldt overigens niet alleen voor zijn leerlingen en volgelingen want, zo zegt Jezus elders in het evangelie: ‘Ik heb ook andere schapen, die niet uit deze stal komen’; ook die schapen horen bij zijn kudde.
Deze woorden van Jezus doen me denken aan paus Franciscus, waarvan de uitvaart nog vers in ons geheugen staat. Hij kende zijn schapen, wereldwijd zocht hij hen op. Juist op die plaatsen waar ze gemakkelijk verloren kunnen lopen: in vluchtelingenkampen, oorlogsgebieden, de gevangenis, op straat.
Met zijn aandacht voor alle en deze mensen in het bijzonder, heeft paus Franciscus laten zien wat Jezus met zijn beeldspraak bedoeld heeft te zeggen; dat voor God iedere mens telt. Dat dit voor ons een bemoediging en een aansporing mag zijn in een wereld waarin velen, ook wijzelf, verloren kunnen lopen.
José van den Bosch-van Os, pastoraal werkster
