De Drieëenheid – Vader, Zoon en Heilige Geest – is een mysterie dat christenen al eeuwen bezighoudt. Niet als wiskundige puzzel, maar als geloofswaarheid die iets openbaart over wie God is: een eenheid in verscheidenheid. Drie personen, volkomen verschillend, en toch één in liefde, doel en wezen. Die goddelijke harmonie tussen verschil en verbondenheid is een beeld voor ons menselijk samenleven.
In onze samenleving leven we met grote verschillen: in afkomst, taal, cultuur, religie en overtuiging. Die verscheidenheid kan angst oproepen, zeker wanneer het concreet wordt, zoals bij de vraag of er een asielzoekerscentrum (AZC) in Haaksbergen moet komen. Mensen maken zich zorgen: over veiligheid, over samenleven, over draagkracht. Tegelijk roept het evangelie – en het beeld van de Drieëenheid – ons op om niet weg te kijken van de ander, maar gemeenschap te zoeken. Niet door verschillen uit te wissen, maar door in liefde de verbinding te zoeken.
De Drieëenheid leert ons dat echte eenheid niet betekent: allemaal hetzelfde. Maar: in verschil elkaar erkennen, dragen en liefhebben. Dat kan richting geven aan onze keuzes. Ook als het gaat om een AZC. Kunnen wij, als gemeenschap, ruimte maken voor mensen op de vlucht? Niet omdat het gemakkelijk is, maar omdat we geloven in een God die ruimte maakt voor de ander – zelfs voor ons.
Mogen wij dan ook die ruimte durven bieden, in de geest van eenheid in verscheidenheid. In vertrouwen, in liefde. Zoals God zelf.
Frank de Heus, pastoraal werker
