In veel rooms-katholieke kerken hangt boven het priesterkoor een groot kruis met een lijdende Christus. Daar denk ik aan bij het lezen van het evangelie van komende zondag , het verhaal van Jezus’ kruisiging (Lucas 23, 35-43).
“Redt jezelf”, zeiden vele mensen, door ongeloof en spot gedreven. Maar Jezus kon zichzelf niet redden; Hij was immers gekomen om anderen te redden.
Hoe zit dat met ons? Kunnen wij onszelf redden? Dat denken en willen wij wel. Wie wil er nou graag gered wórden, geholpen wórden? Wie wil afhankelijk zijn van een ander? Daar kiest toch niemand voor…
Tegelijk met Jezus worden twee andere mannen gekruisigd. Eén van hen heeft door dat hij zichzelf niet kan redden. De aanblik van de gekruisigde Jezus – “Hij heeft niets verkeerds gedaan” – vervult hem met ontzag voor God en hij erkent dat hij in zijn leven fouten heeft gemaakt. Hij vraagt Jezus om aan hem te denken, om zich over hem te ontfermen. “Vandaag nog,” zegt Jezus, “vandaag nog zul je gered worden.”
Hoe moeilijk het is om te erkennen dat we onszelf niet kunnen redden, hoe troostrijk kan het zijn te geloven dat we onszelf niet hóeven te redden. We mogen ons in vertrouwen toewenden naar Jezus, zijn naam betekent ‘God redt”. Gód redt. Dat vieren we komende zondag op het feest van Christus koning.
José van den Bosch-van Os, pastoraal werkster
