Eén en twee november worden er namen genoemd.
Eén november zij die heilig genoemd worden door hun unieke wijze van leven. Ze werden heilig verklaard door de Kerk. Op deze dag Allerheiligen, het christelijke feest van alle heiligen en martelaren, gedenken wij hun naam. Eenieder van ons heeft misschien wel een favoriete heilige. Maria de eerst genoemde, zij de Moeder van Gods Zoon, is ons aller voorbeeld.
Op deze dag bidden wij in het bijzonder dat zij en alle heiligen voor ons voorsprekers zijn bij God, onze Vader en de levende Heer Jezus Christus, in kracht van de heilige Geest.
De dag er na, op twee november, gedenken wij hen die met ons het leven hebben gedeeld en overleden zijn. Wij herinneren ons hun namen. Spreken die naam uit in de stilte van ons hart. De namen van hen die pas overleden zijn. Maar ook de namen van wat langer geleden. Allerzielen, de gedachtenis van alle overleden gelovigen.
Twee dagen vol van licht, omdat allen mogen zijn in het Licht van de Verrezen Heer. Pasen mag het zijn voor allen die heilig worden genoemd en zij die ‘heilig’ voor ons waren. Daar mag ik, mogen wij in geloven.
Wij mogen ze aanroepen bij hun naam. Heilig in de kerk, heiig voor ons. Als wij de namen blijven noemen dan blijven ze leven in onze gedachten en in onze harten. We steken een kaars aan bij de beeltenis van een heilige. Maar ook bij een foto van ouders, partner, kind of vriend. Van iemand die overleden is. Omdat het licht sterker is dan de duisternis. Sterker dan de dood.
Denkend aan de heilige Willibrord, een van mijn doopnamen. Zijn wapenspreuk was, ‘IN DEI NOMINE FELICITER’ is ‘IN GODS NAAM DOEN’. Dat wij in Gods Naam de namen van zij die heilig zijn blijven noemen. En in één adem ook de namen van onze dierbaren.
Omdat wij mogen geloven dat deze namen en ook ónze namen in de palm van Gods hand staan geschreven.
Parochievicaris Willy Rekveld
