Op de laatste zondag van november begint de advent. En daarmee ook een nieuw liturgisch en kerkelijk jaar. Dat betekent dus dat we ons in de laatste dagen van het huidige liturgische jaar beginnen. Elk jaar horen we in deze periode altijd lezingen die gaan over het einde van de tijd. Vaak zijn het onheilspellende verhalen, zoals ook komende zondag.
Jezus spreekt over het einde der tijden en over de tekenen die daar bij horen: rampen, aardbevingen, oorlogen, hongersnood en ziekten. Om moedeloos van te worden. Het lijkt wel alsof hij het over onze tijd heeft. Want ook wij leven in een tijd van crises. Er is oorlog in Oekraïne, in het Midden Oosten en in veel Afrikaanse landen. Er zijn grote zorgen om klimaatverandering. We zijn getuige van bosbranden, overstromingen of extreme droogte. Veel mensen lijden honger en er zijn wereldwijd miljoenen vluchtelingen.
Toch wil Jezus ons vooral moed inspreken: “Als je dat alles meemaakt, laat je dan niet uit het veld slaan. Het moet wel eerst gebeuren, maar het betekent nog niet het einde.” Alle rampen en alle narigheid die we meemaken zullen uiteindelijk niet het laatste woord hebben. Dat laatste woord is aan het leven en aan de God van het leven.
Wie gehecht blijft aan God en op Hem vertrouwt zal overeind blijven in de stormen van de tijd en van het leven. We mogen geloven dat God – als alles duister is - onze wereld en ons leven uiteindelijk nieuwe toekomst geeft.
Patrick Kuipers, pastoor
